Q-codes zijn korte codes die zendamateurs vaak gebruiken tijdens verbindingen.
De Q-codes zijn voornamelijk afgestemd op de mode CW (telegrafie), waarbij het juist zo belangrijk is om korte codes te gebruiken.
Maar ook tijdens spraak verbindingen hoor je ze vaak, maar dan wel wat meer afgestemd op de spraakmodes.
Als er een cijfer moet worden toegevoegd (1 t/m 5), dan betekent dit het volgende:
1 = Zeer weinig 2 = Gering 3 = Matig 4 = Hevig 5 = Zeer hevig
! Schuin gedrukte opmerkingen zijn minder officiële toepassingen van de Q-codes zoals je die vaak hoort op de banden tijdens spraakverbindingen.
QRA: De naam van mijn station is (wat is de naam van uw station?)
QRB: De afstand tussen onze stations is (wat is de afstand tussen onze stations?)
QRG: Uw juiste frequentie is (wat is mijn juiste frequentie?)
Ook wel als algemene frequentieaanduiding gebruikt.
QRH: Uw frequentie varieert (varieert mijn frequentie?)
QRI: De toon van de door uitgezonden signalen is 1=goed, 2=niet zuiver, 3=slecht (Wat is de toon van de door mij uitgezonden signalen?)
QRK: De leesbaarheid van uw signalen is… (1 t/m 5) (Wat is de leesbaarheid van mijn signalen?)
QRL: Ik ben bezig (bent u bezig?)
Inofficieel ook wel als dienst door of voor een werknemer of werkgever gebruikt.
QRM: Ik heb last van storing…(1 t/m 5) (hebt u last van storing?)
QRN: Ik heb last van luchtstoringen…(1 t/m 5) (heeft u last van luchtstoringen?)
QRO: Vergroot uw zendvermogen (zal ik mijn zendvermogen vergroten?)
Ook wel aanduiding voor hoge vermogens uitzendingen in het algemeen.
QRP: Verminder uw zendvermogen (zal ik mijn zendvermogen verminderen?)
Ook wel aanduiding voor lage vermogens uitzendingen in het algemeen.
QRQ: Sein sneller (zal ik sneller seinen?)
QRS: Sein langzamer (zal ik langzamer seinen?)
QRT: Houd op met zenden, of ik stop met zenden (zal ik stoppen met zenden?)
Bij spraak vaak gebruikt om je uit te melden tijdens een ronde.
QRU: Ik heb geen berichten of andere informatie voor u (heeft u nog berichten of andere informatie voor mij?)
QRV: Ik ben gereed om te zenden/ontvangen (bent u gereed om te zenden/ontvangen?)
QRW: Deel … aub mee dat ik hem/haar op <frequentie> kHz/MHz roep (zal ik … meedelen dat u hem op <frequentie> kHz/MHz roept?)
QRX: Ik zal u weer roepen om … uur op <frequentie> kHz/MHz (wanneer roept u mij weer?)
Wordt vaak ook gebruikt om aan te geven dat je een moment weg bent.
QRY: Uw beurt is nummer … (wanneer ben ik aan de beurt?)
QRZ: U wordt aangeroepen door … (door wie word ik aangeroepen?)
Vaak gebruikt om identificatie te vragen aan onbekend tegenstation, of tijdens CQ.
QSA: De sterkte van uw signaal is … (1 t/m 5) (wat is de sterkte van mijn signaal?)
QSB: Uw signalen hebben … last van fading (1 t/m 5) (hebben mijn signalen last van fading?)
Wordt ook gebruikt om aan te geven dat er fading in het algemeen is in het signaal.
QSD: Uw signalen zijn verminkt (zijn mijn signalen verminkt?)
QSK: Ik kan u ontvangen tussen mijn tekens door. U mag break-in werken (Kunt u mij ontvangen tussen uw tekens door? Indien ja, mag ik dan break-in werken?)
Wordt bij spraak soms gebruikt om je in een gespreksgroep of ronde aan te melden.
QSL: Ik bevestig de ontvangst van uw uitzending (wilt u de ontvangst van mijn uitzending bevestigen?)
Wordt bij DX verbindingen ook vaak al gebruikt om te vragen om een QSL kaart.
Ook wel in gesprekken gebruikt als “begrepen”, “bevestiging”.
QSO: Ik kan rechtstreeks werken met <roepnaam> (Kunt u rechtstreeks werken met <roepnaam>?)
Bij spraakverbindingen is een conversatie opzich vaak al aangeduid met QSO.
QSP: Ik zal doorgeven aan … (zonder kosten) (wilt u doorgeven aan … ? (zonder kosten)
QST ARRL code: “Algemene oproep voorafgaande aan een boodschap bestemd voor alle radioamateurs/leden”.
QSU?: Zal ik zenden op <frequentie> kHz?
QSV?: Zal ik een serie V’s geven?
QSW: Ik ga op <frequentie> kHz zenden (zal ik op <frequentie> kHz zenden?)
QSX: Ik luister naar <roepnaam> op <frequentie> (Wilt naar <roepnaam> luisteren op <frequentie>?
QSY: Ga op een andere frequentie zenden (zal ik op een andere frequentie gaan zenden?)
QTC: Ik heb … berichten voor u (hoeveel berichten hebt u voor mij?)
QTE: Uw ware peiling ten opzichte van mijn station is … graden (wat is de ware peiling in graden ten opzichte van uw station?)
QTH: Mijn positie is … (wat is uw positie?)
Wordt vaak gebruikt om je verblijfsplaats aan te duiden. Als je /A werkt gebruiken sommigen de term home-QTH om hun thuislocatie aan te duiden (is niet officieel).
QTR: De juiste tijd is … (UTC) (wat is de juiste tijd (in UTC)?)