Van zendamateurs is bekend dat zij met elkaar kunnen communiceren door middel van een microfoon of seinsleutel.
Dat velen al jaren met andere methoden experimenteren als b.v. telex, fax, amateur satellieten en televisie is veel minder bekend.
Het aantal mogelijkheden heeft zich de laatste jaren drastisch uitgebreid, o.a. door beschikbaarheid van (betaalbare) computers, video apparatuur, satelliet ontvangst apparatuur en door technische vooruitgang zoals mobiele telefonie.
Zendamateurs die een technisch examen met goed gevolg hebben afgelegd en hierdoor een machtiging hebben verkregen mogen bewegende (televisie) beelden uitzenden, dit wordt Amateur Televisie (ATV) genoemd.
De uitgezonden beelden zijn meestal (eigen) testbeeld, beelden van de hobbyruimte, apparatuur of evenementen.
Oorspronkelijk vond dit alleen plaats in de 70 cm amateur band.
Door een televisie om te bouwen (of een oude Nederland 2 omzetter) konden beelden worden ontvangen.
Mede omdat de manier van signaalopwekking (AM modulatie) bij zendamateur hetzelfde was als bij omroepstations, behoefde de TV zelf niet omgebouwd te worden.
Als antenne werd vaak gebruik gemaakt van een raster antenne, zoals toen ook veel op de daken stond voor ontvangst van Nederland 2 of Duitsland.
Mede omdat de 70 cm band drukker begon te worden (data verkeer, amateur satellieten) werd deze band in Europa steeds minder gebruikt voor ATV.
Ook speelde mee dat zenders voor hogere frequentie door technische ontwikkelingen eenvoudiger (en betaalbaar) te bouwen waren of zelfs standaard satelliet ontvangers gebruikt kunnen worden. Door de opkomst van internet is tegenwoordig minder behoefte aan data verkeer in de 70 cm band, zodat deze nu toch weer vaker gebruikt wordt voor ATV.
Dit wordt mede gestimuleerd door contesten (wedstrijden) waarbij verbindingen op meer banden meer punten opleveren.
ATV wordt tegenwoordig echter voornamelijk bedreven in de hogere frequentiebanden die voor zendamateurs beschikbaar zijn zoals de 23 cm band (1240 tot 1300 MHz), de 13 cm band (2320 tot 2450 MHz) en de 3 cm band (10000 tot 10500 MHz).
De 6 cm band (5650 tot 5850 MHz) en de 1,5 cm band (24000 tot 24250 MHz) beginnen langzaam in de belangstelling te komen.
Omdat deze hogere frequentiebanden veel ruimte bieden kan FM modulatie worden toegepast, zoals ook is toegepast bij omroep satellieten.
Dit geheel biedt o.a. de volgende voordelen:
- Betere beeldkwaliteit,
- Zodra een signaal ontvangen wordt is deze bijna direct ruisvrij (drempelwerking),
- Eenvoudiger te bouwen zenders en zendversterkers (eindtrappen),
- Frequentievermenigvuldiging mogelijk (zendsignaal maken op een lagere frequentie en vermenigvuldigen naar een hogere frequentie).
- Voor ontvangst zijn eventueel standaard satelliet ontvangers bruikbaar.
Er zijn ook nadelen:
- Naarmate de frequentie hoger wordt is de afstand die overbrugd kan worden steeds meer beperkt door obstakels die tussen zend- en ontvang antenne in staan (denk hierbij ook aan de horizon). De gebruikte antenne’s moeten 'elkaar kunnen zien' wil een verbinding mogelijk zijn. Hier kan echter geëxperimenteerd worden met reflectiepunten zoals een kerktoren, een centraal antenne inrichting, hoogspanningsmast, gebouw etc.
- Verliezen in b.v. de schakeling zelf, de kabel en over het traject (pad-demping) neemt toe.
- Het grotere richteffect van de antennes bemoeilijkt 'het elkaar vinden'.
- In de 23 cm band wordt storing ondervonden van radar (herkenbaar als witte strepen die regelmatig over het beeld 'gestrooid' worden).